Melden stopzetten (sub)installatie

Het stopzetten van een installatie of subinstallatie kan grote gevolgen hebben voor de toewijzing in het jaar na de stopzetting. Daarom is het verplicht om dat al eerder te melden bij de NEa. De NEa kan dan besluiten om de gratis rechten niet in februari op de rekening van het bedrijf te storten. Hiermee wordt voorkomen dat een bedrijf gratis rechten krijgt, die op een later moment moeten worden teruggestort.

In twee gevallen bent u verplicht om een melding te doen bij de NEa:

• Als één of meer van uw (sub)installaties is gestopt in het voorgaande kalenderjaar; de melding moet uiterlijk 19 januari van het volgende jaar worden ingediend.
• Als de gehele installatie is gestopt in het voorgaande kalenderjaar; de melding moet binnen 6 weken na de stopzetting worden gedaan. Als de stopzetting in december valt, moet de melding uiterlijk 19 januari van het volgende jaar worden ingediend.

Uw installatie of subinstallatie is gestopt als:

• deze niet in bedrijf is, én
• het technisch niet mogelijk is om de (sub)installatie weer in bedrijf te nemen

Als de emissievergunning van de installatie in het voorgaande kalenderjaar door de NEa is ingetrokken, geldt dit ook als stopzetting van de installatie. In dat geval hoeft u de stopzetting  uiteraard niet meer aan de NEa te melden. Andersom geldt dat de NEa een melding stopzetting (sub)installatie die betrekking heeft op de enige of laatste subinstallatie behandelt als een verzoek om intrekking van de vergunning.

Als u een melding van stopzetting heeft ingediend in januari, bent u in dat jaar ook nog verplicht een activiteitsverslag in te dienen bij de NEa.

U kunt u uw melding bij de NEa indienen via het EHP. Kies daarvoor de zaak ‘Stopzetting (sub)installatie’.