Voldoen aan de verplichtingen
Bedrijven voldoen aan hun jaarverplichting en/of reductieverplichting als zij vóór 1 mei van het opvolgende jaar voldoende HBE’s van de juiste soort op hun rekening hebben staan. Om te bepalen hoe hoog de jaarverplichting en de reductieverplichting is, moeten de bedrijven vóór 1 maart hun brandstofleveringen opvoeren in het REV.
Bedrijven die zowel een jaar- als reductieverplichting hebben zetten als het ware een HBE twee keer in: één keer voor het verplichte aandeel hernieuwbare energie en één keer voor de te behalen reductie. De hoogste verplichting bepaalt dus hoeveel HBE’s er ingeleverd moeten worden. De HBE-reductiebijdrage voor het jaar 2024 bedraagt 49 kg CO2-eq./HBE. De HBE-reductiebijdrage voor het jaar 2025 bedraagt 47 kg CO2-eq./HBE. |
Om voldoende HBE’s op rekening te hebben staan, kiezen bedrijven of
- zij zelf hernieuwbare energie leveren en registreren in het REV (zie ook: inboeken), en/of
- dat zij (deels) HBE’s kopen van andere bedrijven.
Zodra een bedrijf HBE’s op rekening in het REV heeft staan, kan het deze overboeken naar rekeningen van andere bedrijven. Bedrijven moeten zelf onderlinge afspraken maken over de handel in HBE’swaaronder de prijzen. Dit gebeurt buiten het REV om. De NEa heeft hierin geen rol.
Aan de hand van het menu-onderdeel ‘Indicatie jaar-/reductieverplichting’ toont het REV gedurende het jaar, op basis van de op dat moment geregistreerde levering tot eindverbruik:
- Het benodigde aantal HBE-G, HBE-C, HBE-B en HBE-O,
- Of er voldoende saldo is voor het voldoen aan de jaar- en/of reductieverplichting.
Automatische handelingen op 1 mei
Het REV voert op 1 mei een aantal automatische handelingen uit. Allereerst schrijft het REV het aantal HBE’s per soort af dat overeenkomt met de verplichting, waarbij de hoogste verplichting (jaar- of reductieverplichting) het aantal HBE's bepaalt. Vervolgens schrijft het REV de HBE’s boven het spaarlimiet af. Zie ook: Spaarlimiet.
Het REV schrijft de HBE’s in een vaste volgorde af totdat aan de totale jaarverplichting is voldaan:
- Het benodigde aantal HBE-G voor de subdoelstelling
- Het beschikbare aantal HBE-C tot aan de limiet
- Het beschikbare aantal HBE-B tot aan de limiet
- Het beschikbare aantal HBE-O
- Het beschikbare aantal HBE-G
- Indien nodig, een aanvullend aantal HBE-C, voor zover het limiet nog niet is overschreden
- Indien nodig, een aanvullend aantal HBE-O
Het spaarlimiet wordt in een vaste volgorde opgevuld: eerst met de beschikbare HBE-G, vervolgens met de beschikbare HBE-O en HBE-B en tenslotte met de beschikbare HBE-C.
Inzicht in hoogte verplichtingen
Een bedrijf kan vanaf mei in het REV inzicht verkrijgen in de hoogte van de verplichtingen van het betreffende nalevingsjaar. Dit doet zij door in het REV de te verwachte brandstofleveringen van dat jaar op te voeren. Aan de hand van de opgevoerde brandstoffen, de verplichte aandelen en limieten voor de jaarverplichting en de HBE-reductiebijdrage berekent het REV het benodigde aantal HBE’s voor zowel de jaarverplichting als de reductieverplichting. Daarmee kan het bedrijf afleiden welke van de twee verplichtingen de grootste inspanning vraagt. Bedrijven kunnen dit inzien in het REV onder “indicatie jaar-/reductieverplichting” of “home”.
Bedrijven die nog geen toegang hebben tot het REV of al eerder inzicht in de hoogte van de verplichtingen willen, kunnen dat met behulp van dit document. Door de te verwachten brandstofleveringen in te vullen krijgen zij daarvan een indicatie (Let op! in het document staan de HBE-reductiebijdrage en de verplichte aandelen van 2022. Bij gebruik van dit document dienen deze gegevens geactualiseerd te worden aan de hand van de informatie op de NEa website). |