Groei biobrandstoffen in vervoer zet door; afvalstromen leveren belangrijkste bijdrage
De inzet van hernieuwbare energie in het vervoer in Nederland is weer gestegen. De doelstelling Energie voor Vervoer van 7,75% (2017) is gehaald. Bij de inzet van hernieuwbare energie in het vervoer gaat het vrijwel volledig om vloeibare biobrandstoffen. Deze biobrandstoffen zijn voor bijna 70% uit afvalstromen geproduceerd. Dit concludeert de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) in de “ Rapportage Energie voor Vervoer in Nederland 2017”.
Afvalstromen belangrijkste grondstof
Het overgrote deel van de hernieuwbare energie geleverd is aan vervoer, betreft vloeibare biobrandstoffen die worden bijgemengd in diesel of benzine.
In de loop der jaren zijn biobrandstoffen die geproduceerd worden uit afval, steeds belangrijker geworden bij het behalen van de vervoersdoelstelling op het gebied van hernieuwbare energie. Met name de inzet van ‘gebruikt frituurvet’ als grondstof van biodiesel is in de loop der tijd sterk gegroeid.
In 2017 zijn de biobrandstoffen voor bijna 70% geproduceerd uit afvalstromen, waarbij ‘gebruikt frituurvet’ alleen al 61% voor rekening neemt. Iets meer dan 30% van de biobrandstoffen wordt geproduceerd uit landbouwgewassen. Tarwe en mais worden daarbij het meest ingezet, als grondstof van bio-ethanol.
Palmolie en soja zijn in 2017 (evenals in 2016) niet ingezet voor de productie van biobrandstoffen voor het Nederlandse vervoer.
CO2-reductie in brandstofketen
De inzet van biobrandstoffen levert een belangrijke bijdrage aan de CO2-emissiereductie doelstelling uit de regelgeving Brandstoffen luchtverontreiniging. Op basis van deze regelgeving geldt er voor brandstofleveranciers in 2020 een reductieverplichting in de keten van 6% (ten opzichte van 2010). De reductie in 2017 bedroeg 3% (op nationaal niveau). De inzet van biobrandstoffen levert een grote bijdrage aan deze behaalde reductie.
Jaarlijkse rapportage Energie voor Vervoer
De NEa is de uitvoeringsorganisatie en toezichthouder voor Energie voor Vervoer. De NEa rapporteert jaarlijks op nationaal niveau over de hoeveelheid aan vervoer geleverde hernieuwbare energie, waarvan de gegevens zijn ingeboekt in het door de NEa beheerde register. De rapportage gaat onder andere in op de totale hoeveelheid ingeboekte hernieuwbare energie in en de bijbehorende duurzaamheidskenmerken, zoals aard en herkomst van de grondstoffen. Het rapport is vandaag aangeboden aan de Tweede Kamer door de minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Meer hernieuwbare energie en minder CO2-uitstoot in vervoer
Europese richtlijnen verplichten de EU-lidstaten om zich in te spannen voor een toenemend gebruik van biobrandstoffen (of andere hernieuwbare energie) in het vervoer en verlaging van de CO2-uitstoot als gevolg van brandstofinzet. Om dit te bereiken heeft Nederland een marktinstrument met verhandelbare eenheden ingezet, waarmee individuele bedrijven aan hun verplichtingen moeten voldoen. Het marktinstrument is uitgewerkt in het door de NEa beheerde Register Energie voor Vervoer (REV).
Lees meer over Energie voor vervoer.