Stijging van 20% hernieuwbare energie voor vervoer

Op 10 april 2019 publiceerde de NEa dat het verplichte aandeel hernieuwbare energie in Nederlands vervoer voor 2018 is behaald. In 2018 bedroeg de fysieke hoeveelheid hernieuwbare energie voor vervoer in Nederland 24 miljoen GJ. Dit is een stijging van meer dan 20% ten opzichte van 2017.

Verduurzaming mobiliteitssector

Bedrijven die in Nederland brandstoffen leveren aan vervoer zijn verplicht een jaarlijks toenemend aandeel hernieuwbare energie in te zetten. Naast biobrandstoffen, wordt er o.a. ook elektriciteit en groen gas ingezet om dit doel te halen. Het aandeel moet in 2018 minimaal 8,5% zijn en loopt op naar 16,4 % in 2020. De inzet van hernieuwbare energie in vervoer levert een belangrijke bijdrage aan de CO2-emissiereductie doelstelling en maakt de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen kleiner. In 2020 moet ook de broeikasgasuitstoot in de gehele brandstofketen met 6% zijn gereduceerd ten opzichte van 2010, vanaf de winning van de brandstof tot en met de toepassing ervan in vervoer.

Marktmechanisme

In Nederland wordt de klimaatdoelstelling hernieuwbare energie in vervoer bereikt met een marktmechanisme. Bedrijven die fysiek hernieuwbare energie leveren aan vervoer kunnen de leveringen daarvan inboeken in het Register Energie voor Vervoer (REV). Zij creëren daarmee Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE’s), die staan voor 1 gigajoule hernieuwbare energie. Bedrijven behalen hun verplichting in hernieuwbare energie door voldoende HBE’s in te leveren.

Er zijn drie soorten HBE, afhankelijk van de grondstof waaruit de brandstof is geproduceerd:

  • HBE Geavanceerd (HBE-G): biobrandstoffen op basis van bepaalde afvalstromen en residuen.
  • HBE Conventioneel (HBE-C): biobrandstoffen op basis van landbouw- en energiegewassen.
  • HBE Overig (HBE-O): o.a. elektriciteit en biobrandstoffen op basis van gebruikt frituurvet en dierlijk vet.

Brandstofleveranciers zijn verplicht om in 2018 een minimaal aandeel van 0,6% aan geavanceerde biobrandstoffen in te zetten. Daarnaast mogen de brandstofleveranciers maar een maximaal aandeel biobrandstoffen geproduceerd uit landbouwgewassen inzetten, ten hoogte van 3%. In 2018 zijn deze beide subdoelstellingen behaald.

Aantal HBE's in REV 2015 2018

Afval als grondstof voor hernieuwbare energie

Het grootste deel van de grondstoffen voor hernieuwbare energie in vervoer bestaat uit afvalstromen. Sinds 2011 is het aandeel biobrandstoffen ieder jaar gestegen dat geproduceerd wordt uit afval. In 2018 is maar liefst 83% van de hernieuwbare energie afkomstig uit afval.

Inzet elektriciteit verviervoudigd

De stijging in hernieuwbare energie voor vervoer komt vooral voor rekening van vloeibare biobrandstoffen, die nog steeds veruit het grootste deel vormen. Het aandeel elektriciteit is klein maar laat een grote stijging zien, met een verviervoudiging sinds 2017. Groen gas wordt uitsluitend geproduceerd uit afvalstromen en bedraagt 1,5% van het totaal aan hernieuwbare energie in vervoer. Dit is een toename van een derde sinds 2017.