Jaarverslag 2018: het pionieren van de NEa werpt zijn vruchten af
De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) kan terugkijken op een bewogen jaar waarin goede resultaten zijn geboekt. Dat is te lezen en te zien in het jaarverslag 2018 dat vandaag werd gepubliceerd.
Als onafhankelijke uitvoeringsorganisatie en toezichthouder bevond de NEa zich in 2018 midden in de actualiteit: de discussie rond het Klimaatakkoord en de wijze waarop Nederland extra CO2-reductie bovenop de bestaande Europese afspraken het best kan realiseren. De vele vragen vanuit beleid, NGO’s en de media vonden hun weg naar de NEa en dat werd als een als een positieve ontwikkeling ervaren. De missie van de NEa is om als onafhankelijke nationale autoriteit een goede bijdrage te leveren aan de uitvoering van klimaatbeleid, én om haar kennis van marktinstrumenten te delen.
Emissiehandel stond in 2018 in het teken van de advisering rond de ontwikkeling van de nieuwe regels voor de vierde handelsperiode (2021-2030). Ook is er begonnen met de praktische voorbereidingen voor het verwerken van de aanvragen voor de toewijzing van emissierechten voor die nieuwe handelsperiode.
Voor Energie voor Vervoer was 2018 het jaar van de introductie van gewijzigde wet- en regelgeving voor de uitwerking van de Europese ILUC-richtlijn. Daarnaast zijn er nieuwe eisen om aan te tonen dat de biobrandstof daadwerkelijk is geleverd aan de Nederlandse markt voor vervoer.
Nieuwe uitdagingen
In 2019 staat de NEa voor nieuwe uitdagingen: twee grote nieuwe beleidstrajecten staan al in de startblokken: de start van de vierde handelsperiode EU ETS en de invoering van de RED II richtlijn voor biobrandstoffen. Dit zal een grote impact hebben op het werk van de NEa. En bij de verdere uitwerking van het Klimaatakkoord zal de uitvoeringskennis van de NEa van nut zijn. De NEa kijkt ernaar uit ook dit jaar bij te kunnen dragen aan nieuw klimaatbeleid.