Aandeel biobrandstoffen in vervoer met bijna 50% gestegen
Bedrijven die in Nederland brandstoffen leveren aan de vervoersmarkt zijn verplicht een jaarlijks toenemend aandeel hernieuwbare energie in te zetten. Dit kan zijn in de vorm van biobrandstoffen, groen gas of hernieuwbare elektriciteit. Van de totale levering van brandstoffen aan de Nederlandse vervoersmarkt in 2019 moest 12,5% in hernieuwbare energie zijn, een stijging van bijna 50% t.o.v. 2018 waarin het nog 8,5% was. De HBE-rapportage van 9 maart laat zien dat de verplichting van 12,5% ruim gehaald is.
Hernieuwbare Brandstof Eenheden
De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de klimaatdoelstelling hernieuwbare energie in de vervoerssector en beheerder van het Register Energie voor Vervoer (REV). In dit register kunnen bedrijven hernieuwbare energie die is geleverd aan vervoer “inboeken”. In ruil voor het inboeken van 1 gigajoule hernieuwbare energie krijgen ze één hernieuwbare brandstof eenheid (HBE). Om aan de jaarverplichting van 2019 van 12,5% te voldoen moeten er iets meer dan 57 miljoen HBE’s worden ingeleverd bij de NEa. Op 9 maart waren er in het REV meer dan 70 miljoen HBE’s beschikbaar.
Geavanceerde biobrandstoffen
Het aandeel geavanceerde biobrandstoffen dat gemaakt is van afval is zelfs meer dan verdubbeld vergeleken met een jaar geleden. Het gaat onder andere om afvalstoffen zoals voedselafval GFT en zetmeelslurry. Dat afval zo een duurzame bestemming krijgt is ook nog goed voor het milieu. De CO2-uitstoot van de biobrandstof gemaakt van bijvoorbeeld zetmeelslurry, een afvalproduct van graanverwerking, is een stuk lager dan de uitstoot van de benzine die het vervangt.