Markt voor (geavanceerde) biobrandstoffen blijft groeien
In 2019 hebben twintig bedrijven vloeibare biobrandstoffen geleverd aan de Nederlandse markt voor vervoer en ingeboekt bij de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van de start van het systeem van Hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s) in 2015. Vooral geavanceerde biobrandstoffen uit afvalstromen en residuen worden in steeds grotere mate ingezet. Het aandeel van de categorie ‘geavanceerd’ is sterk toegenomen: van 0,1% in 2017 naar 1,9% in 2019. Afvalwater van palmoliemolens wordt het breedst ingezet; vrijwel alle inboekers van vloeibare biobrandstoffen rapporteren deze grondstof in 2019.
De NEa rapporteert jaarlijks welke bedrijven inboekingen hebben gedaan in het Register Energie voor Vervoer (REV). De rapportage per inboeker 2019 laat zien welke bedrijven vloeibare biobrandstoffen hebben geleverd en ingeboekt, van welke grondstoffen deze brandstoffen gemaakt zijn en uit welke landen de grondstoffen afkomstig zijn. De biobrandstoffen werden gemaakt van 29 verschillende grondstoffen, die afkomstig waren uit 88 verschillende landen. Het aantal grondstoffen dat gebruikt werd is meer dan verdubbeld ten opzichte van 2018.
De rapportage laat ook zien welke brandstoffen de minste CO2 uitstoten in vergelijking met reguliere diesel en benzine. Zo stoten dieselvervangers gemiddeld bijna 90% minder CO2 uit dan reguliere diesel en benzinevervangers gemiddeld zo’n 75% minder dan reguliere benzine.
Het rapport is een weergave van gegevens die elk bedrijf moet aanleveren bij het inboeken van vloeibare biobrandstoffen.
Voor duiding en trends staat er meer informatie in de rapportage Energie voor Vervoer in Nederland over 2019.
Bij de publicatie van de rapportage maakt de NEa een afweging tussen het belang van openbaarmaking van de gegevens en de belangen van de bedrijven. Hierdoor staan niet alle gegevens over grondstoffen en landen in detail in deze rapportage.