HBE-reductiebijdrage 2021 vastgesteld, geen extra inspanning nodig
Brandstofleveranciers hebben, naast de jaarverplichting voor het leveren van hernieuwbare energie, vanaf 2020 ook een jaarlijkse reductieverplichting van 6%. In Nederland is ervoor gekozen dat bedrijven via het inleveren van HBE’s voor hun jaarverplichting ook (geheel of grotendeels) voldoen aan hun reductieverplichting. NEa maakt hiertoe op uiterlijk 1 april de HBE-reductiebijdrage bekend, gebaseerd op de gegevens van de leveringen van het voorgaande jaar. In afwijking hiervan stelt de NEa de HBE-reductiebijdrage voor 2021 nu al vast op 38 kg CO2-equivalent per HBE. Bij deze waarde hoeven de brandstofleveranciers géén aanvullende inspanningen te verrichten naast hun jaarverplichting voor 2021.
In 2020 is, op basis van gegevens over 2019, een HBE-reductiebijdrage vastgesteld van 46 kg CO2-equivalent per HBE. Hiermee halen individuele brandstofleverancier op 1 april a.s. automatisch hun reductieverplichting voor 2020 als hun jaarverplichting wordt afgeschreven. Bedrijven hoeven niets extra’s te doen.
Zoals vorig jaar al door de NEa is aangegeven, is de situatie voor 2021 duidelijk anders. De onverwachte toename van leveringen aan zeevaart in 2020 heeft ongetwijfeld een positief effect op de reductie van CO2 in die sector, maar uiteindelijk mag Nederland deze leveringen niet rapporteren aan de Europese Commissie. Alleen de vervoerstoepassingen zoals gedefinieerd in de Europese richtlijnen komen hiervoor in aanmerking: zeevaart valt daar niet onder. De totale hoeveelheid CO2 die in 2020 wordt gereduceerd en meetelt binnen de Europese kaders, zal daarmee naar alle waarschijnlijkheid onder de 6% uitkomen.
Bovenstaande heeft ook een (negatief) effect op de HBE-reductiebijdrage voor 2021; de NEa baseert zich immers op de gegevens van het voorgaande jaar. Hoe hoger het aandeel zeevaart in de leveringen die bij de NEa worden geregistreerd, hoe lager de HBE-reductiebijdrage wordt. De exacte waarden weet de NEa niet eerder dan op 1 maart a.s., als alle leveringen zijn ingeboekt in het register. Op basis van deze gegevens maakt de NEa normaal gesproken op uiterlijk 1 april de HBE-reductiebijdrage voor het nieuwe jaar bekend. De NEa is de afgelopen weken echter veelvuldig benaderd over de mogelijkheden van vervroegde berekening en publicatie.
De NEa heeft besloten om haar bevoegdheden te gebruiken om de HBE-reductiebijdrage voor 2021 nu al vast te stellen om de sector zekerheid te geven. De HBE-reductiebijdrage waar in nalevingsjaar 2021 mee wordt gerekend, is 38 kg CO2-equivalent per HBE. Hoewel de waarde fors lager ligt dan die voor 2020, voldoen brandstofleverancier door te voldoen aan hun jaarverplichting over 2021 nog steeds automatisch ook aan hun reductieverplichting. Zij hoeven dus ook in 2021 géén aanvullende inspanningen te verrichten: UER's zijn niet nodig. De NEa heeft in haar prognose op basis van best beschikbare informatie zwaar laten meewegen dat het Ministerie van I&W vanaf 2021 leveringen aan zeevaart sterk heeft ingeperkt tot alleen de geavanceerde biobrandstoffen. De verwachting is dat deze ingreep de inboeking van levering aan zeevaart dempt en er fysiek veel meer geleverd wordt aan vervoer waarvan de reductie wél meegerekend mag worden (met name wegvervoer).
Het is van het grootste belang dat Nederland aan zijn reductieverplichting blijft voldoen. Als de beperkende maatregelen in 2021 toch een onvoldoende dempend effect hebben op de zeevaartleveringen binnen de systematiek, dan zal door het Ministerie van I&W en de NEa bezien worden hoe deze situatie verdergaand beheersbaar gemaakt kan worden in de nieuwe regelgeving vanaf 2022.