Eerste resultaten hernieuwbare energie voor vervoer 2020
Benzine en diesel worden in Nederland steeds vaker vervangen door duurzame brandstoffen. Met name biobrandstoffen gemaakt uit afvalstoffen worden veel gebruikt, maar ook elektriciteit en biogas zijn in opmars. In 2020 bestond ruim 16,5% van de totale levering van brandstof aan de Nederlandse vervoersmarkt uit hernieuwbare energie. In 2019 was dat nog maar 12,7%.
Dankzij de toename van biobrandstof is er 2,1 miljoen ton CO2 minder uitgestoten in de vervoerssector ten opzichte van de situatie van 2010. Dit blijkt uit de laatste cijfers van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa), verantwoordelijk voor het uitvoeren van de klimaatdoelstelling hernieuwbare energie in de vervoerssector.
De doelen van het Nederlandse beleid om de CO2-uitstoot in vervoer naar beneden te brengen, het gebruik van afvalstoffen als brandstof te stimuleren en de inzet van voedselgewassen te beperken zijn hiermee weer een stap dichterbij.
frituurvet in de tank
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voert al jaren beleid ter stimulering van de inzet van afvalstoffen voor biobrandstoffen. De in Nederland gebruikte biobrandstoffen worden voor 81% gemaakt van afvalstoffen zoals gebruikt frituurvet, dierlijk vet en zetmeelslurrie. Nederland is hiermee één van de koplopers in EU. Gebruikt frituurvet is met een aandeel van 55% verreweg de meest gebruikte afvalstof. Nederland kent ook een actief inzamelingsbeleid en heeft een moderne biodieselindustrie om het frituurvet te verwerken. De biodiesel die gemaakt wordt van gebruikt frituurvet stoot maar 12% CO2 uit ten opzichte van reguliere diesel en draagt daarmee fors bij aan de CO2-reductie. Het gebruik van voedselgewassen in Nederland is mede daardoor dan ook heel erg laag.
Conform de afspraken uit het Klimaatakkoord zijn er ook in 2020 geen biobrandstoffen uit palmolie en soja geleverd aan de Nederlandse vervoersmarkt. Dat is niet alleen goed nieuws voor het regenwoud maar ook voor de CO2-uitstoot. Biobrandstoffen gemaakt van afvalstoffen leiden in het algemeen namelijk tot veel minder CO2-uitstoot dan de biobrandstoffen gemaakt van voedselgewassen. Daarnaast kunnen maïs, tarwe en de andere gewassen beter worden ingezet in de voedselketen.
Europese doelen
Het beleid gericht op de verhoogde inzet van hernieuwbare energie in vervoer moet ook bijdragen aan Europese doelen op dit gebied. Dat is op de eerste plaats de Richtlijn hernieuwbare energie (RED), waardoor 10% van de benzine en diesel die werd geleverd aan de Nederlandse vervoersmarkt in 2020 vervangen moest zijn door duurzamere alternatieven. Dit doel is, met een aandeel van ruim 11%, ruimschoots gehaald, ondanks dat leveringen aan zeevaart, in 2020 goed voor bijna 1/3 van alle leveringen van biobrandstoffen in Nederland, niet meetellen voor het Europese doel. Dit ondanks het feit dat er vergroening en emissiereductie plaatsvindt in de zeevaartsector door het gebruik van biobrandstof.
De Richtlijn brandstofkwaliteit (FQD) vraagt van lidstaten dat er een broeikasgasemissiereductie van 6% in de brandstofketen heeft plaatsgevonden in 2020. De emissiereductie in Nederland ligt ruim boven de 6% maar door de rekenmethode waarbij zeevaart niet meegerekend wordt, rapporteert Nederland over 2020 een emissiereductie van 5,4%.