Openbaar Ministerie eist jaren celstraf tegen verdachten biodieselfraude
Op dinsdag 5 oktober heeft het Openbaar Ministerie (OM) onvoorwaardelijke gevangenisstraffen tot drie jaar geëist tegen zes verdachten in een onderzoek naar het omkatten van niet duurzame biodiesel naar duurzame biodiesel. De zaak werd in gang gezet doordat er in 2015 aangifte werd gedaan door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) bij het OM naar aanleiding van ernstige fraudeverdenkingen. In Nederland houdt de NEa publiek toezicht op de leveranciers die biobrandstof op de markt brengen.
Grote consequenties
De maatschappelijke onrust en schade die de fraude teweeg heeft gebracht wordt de verdachten zwaar aangerekend door het OM. Daarnaast hebben de verdachten door op deze schaal te frauderen een wezenlijk deel van de CO2 reductie, die beoogt wordt door de inzet van duurzame biodiesel, teniet gedaan. Daardoor is het halen van de doelen uit het klimaatakkoord van Parijs en het tegengaan van klimaatverandering geweld aan gedaan puur voor persoonlijk gewin.
Hoofdverdachte
De hoofdverdachte, de CEO van het biodiesel bedrijf uit Kampen, werd naar aanleiding van dezelfde aangifte uit 2015 in een eerdere zaak uit 2019 al veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf. Daar komt wat betreft de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden en een bestuursverbod van 5 jaar bij. Daarnaast worden tegen enkele andere medewerkers van dit bedrijf ook straffen geëist.
Versterking toezicht
De NEa is de onafhankelijke uitvoerder en toezichthouder van de systematiek Energie voor Vervoer. Deze beoogt om fossiele brandstoffen in vervoer in een toenemend percentage te vervangen door hernieuwbare vormen van energie om daarmee CO2 reductie te bewerkstelligen. De NEa beschouwt de huidige systematiek nog steeds als een belangrijk en effectief instrument daarvoor. Tegelijkertijd ziet de NEa ook serieuze bedreigingen die aandacht vragen. De belangen in de markt nemen toe, onder meer door een steeds verder stijgende jaarverplichting en bijbehorende prijzen voor hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s). Dankzij de uitbreiding en versterking van het toezicht, die onder andere met de inwerking treding van de nieuwe Wet Milieubeheer per 1 januari a.s. effectief wordt, kunnen frauderisico’s verder worden ingeperkt en kan de NEa daar waar het toch gebeurt fraude sneller op het spoor komen. Bij verdenkingen van fraude doet de NEa altijd aangifte.