Toepassing duurzaamheidseisen biomassa in EU ETS met jaar uitgesteld
Eerder dit jaar heeft de NEa de installaties in het EU ETS geïnformeerd over de wijzigingen in de monitoringsverordening per 1 januari 2022 met betrekking tot de duurzaamheidseisen voor de inzet van voor verbranding gebruikte biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen in stationaire installaties. In de gewijzigde
monitoringsverordening is opgenomen dat de emissies van deze biomassa bronstromen moeten worden gerapporteerd als fossiel, als niet volgens de herziene Europese Richtlijn hernieuwbare energie (RED2) kan worden aangetoond dat de biomassa voldoet aan de duurzaamheidseisen.
Bij de vaststelling van aanvullende regelgeving en de erkenning van duurzaamheidssystemen voor de RED2 is bij de Europese commissie vertraging ontstaan. Daarom heeft de Commissie aangekondigd dat voor een overgangsperiode van één jaar de monitoringsverordening op korte termijn opnieuw zal worden aangepast om rekening te houden met deze vertraging.
De commissie heeft recent laten weten voornemens te zijn in de monitoringsverordening voor stationaire installaties vast te leggen dat, voor de monitoring in het EU ETS, tot 31 december 2022 zonder verdere voorwaarden bij biomassa mag worden aangenomen dat voldaan wordt aan de relevante duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria. Met deze aanpassing kan voor alle biomassa bronstromen in stationaire installaties nog een emissiefactor van nul worden gerapporteerd in het emissieverslag over 2022, zonder dat aan nieuwe eisen hoeft te worden voldaan.
De aangepaste verordening zal in de komende weken worden gepubliceerd voor consultatie op de website van de commissie.
Vanaf 1 januari 2023 zullen de nieuwe eisen onverkort gelden. Aanvullende kaders hiervoor zullen tijdig worden ontwikkeld.