HBE-reductiebijdrage 2023 vastgesteld op 44 kg per HBE
De NEa heeft voor het nalevingsjaar 2023 de HBE-reductiebijdrage vastgesteld op 44 kg CO2-eq per HBE. Bij deze reductiebijdrage is het aantal HBE’s dat ingeleverd moet worden voor de reductieverplichting lager dan voor de jaarverlichting, waardoor bedrijven met een gecombineerde jaar- en reductieverplichting geen extra HBE’s hoeven in te leveren.
De jaarverplichting ziet toe op een toenemende inzet van hernieuwbare energie in vervoer. Daarnaast hebben de meeste brandstofleveranciers ook een verplichting om de broeikasgasintensiteit van de gebruikte brandstoffen te verlagen. Dit is de reductieverplichting. Sinds 2020 moeten bedrijven de gemiddelde ketenemissie van de gebruikte brandstoffen verminderen met 6% ten opzichte van 2010. Om te voldoen aan deze verplichting staan HBE’s niet alleen voor een hoeveelheid hernieuwbare energie, maar ook voor een hoeveelheid emissiereductie: de HBE-reductiebijdrage. De waarde hiervan wordt jaarlijks door de NEa vastgesteld op basis van de ingeboekte hernieuwbare energie en gebruikte betere fossiele brandstoffen. Op basis van deze gegevens over 2021 is de gemiddelde gerealiseerde reductie per HBE vastgesteld op 44 kg CO2-eq. De gebruikte cijfers worden gepubliceerd in de jaarlijkse Rapportage energie voor vervoer in Nederland. Een uitgebreide beschrijving van de reductieverplichting en hoe bedrijven hier aan kunnen voldoen vindt u hier.
Met ingang van de nieuwe wet- en regelgeving per 1 januari 2022 is de uiterste publicatiedatum van de HBE-reductiebijdrage vervroegd naar 1 juli voorafgaand aan het nalevingsjaar. Eerder was dit gedurende het nalevingsjaar op uiterlijk 1 april. Met de vervroegde publicatie komt de NEa tegemoet aan de behoefte in de markt om eerder duidelijkheid te hebben over de hoogte van de verplichting voor het komende jaar.