Nederlandse Emissieautoriteit pleit voor hogere deelnamedrempel voor CBAM
De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) doet een dringend beroep op het kabinet om zich in Europa in te zetten voor een aanpassing van de Europese CBAM-verordening van 2026. De NEa voorziet anders grote problemen bij de uitvoering van deze regeling. Dit staat in een brief die de NEa deze week naar het kabinet heeft gestuurd.
Vanaf 1 januari 2026 moet iedereen die voor meer dan 150 euro aan CBAM-goederen van buiten de EU importeert, betalen voor de CO2 die bij de productie van deze goederen is vrijgekomen. Onder de CBAM-verordening vallen goederen als cement, (giet)ijzer en staal, aluminium, kunstmest en waterstof.
Deze importeurs moeten een ‘CBAM-toelating’ aanvragen, de CO2-uitstoot bij productie van de goederen achterhalen en deze uitstoot rapporteren.
Uitvoering moeilijk tot onmogelijk bij import kleine hoeveelheden
Vooral voor importeurs die kleine hoeveelheden importeren, is het moeilijk of zelfs onmogelijk om dit bovengenoemde te doen. Tegelijkertijd gaat het bij kleinere hoeveelheden CBAM-goederen vaak om weinig CO2-uitstoot. Door de huidige lage drempel van 150 euro gelden de CBAM-verplichtingen óók voor deze kleine hoeveelheden. In die gevallen vindt de NEa de administratieve lastendruk onevenredig hoog en onredelijk ten opzichte van de te betalen CO2-kosten. Omdat CBAM met de huidige drempel voor heel veel kleine ondernemingen geldt, is de uitvoerbaarheid voor bedrijven én de NEa in het geding.
Oplossing: hogere drempel voor CBAM
De NEa stelt voor om de drempel voor CBAM te verhogen en deze te baseren op het gewicht van de CBAM-goederen, in plaats van de waarde van de goederen. Uit een analyse van de NEa blijkt namelijk dat meer dan de helft van de importeurs die met de huidige drempel onder CBAM vallen slechts een kleine hoeveelheid CO2 moet rapporteren. Het gaat dan om minder dan 10 ton CO2 per importeur per jaar, of zelfs afgerond 0 ton CO2.
Een hogere deelnamedrempel zou ervoor zorgen dat CBAM alleen geldt voor importeurs die een aanzienlijke hoeveelheid CO2 moeten rapporteren. Een drempelwaarde op basis van het gewicht van de import is duidelijk, controleerbaar en doelmatig.
Balans tussen uitvoerbaarheid en terugdringen administratieve lasten
De precieze hoogte van de nieuwe drempel vraagt nog om nadere uitwerking. Hierbij moet een balans worden gevonden tussen enerzijds de uitvoerbaarheid en terugdringen van de administratieve lasten, en anderzijds de effectiviteit van CBAM. Ook moet de nieuwe drempel geen extra prikkels bieden voor ontwijking, bijvoorbeeld door CBAM-zendingen te splitsen.
De volledige brief van de NEa vindt u hier