Veiling emissierechten levert Nederland € 353 miljoen minder op in 2024
De veiling van emissierechten leverde Nederland € 928 miljoen op in 2024, zo blijkt uit de jaarlijkse veilingmonitor van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa). Dat is aanzienlijk minder dan de bijna € 1,3 miljard euro van 2023. De prijs per emissierecht lag namelijk flink lager dan een jaar eerder. In februari 2024 heeft de veilingprijs met € 50,65 zelfs het laagste punt bereikt sinds juni 2021. Daarnaast werden er minder rechten voor Nederland geveild, wat ook zorgt voor minder inkomsten.

Prijsdaling door lagere vraag
In een groot deel van 2024 lag de prijs van een emissierecht in het Europese Emissiehandelssysteem (EU ETS) lager dan in 2023. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat in heel Europa de CO2-uitstoot van bedrijven binnen het EU ETS behoorlijk daalde, door vergroening in de energiesector en productiedaling in de industrie. Deze bedrijven moeten voor elke ton CO2 die ze uitstoten een emissierecht inleveren. Een lagere uitstoot zorgt voor minder vraag naar emissierechten en dus een lagere prijs.
De koers van emissierechten hangt daarnaast sterk samen met de gasprijs. Als de gasprijs namelijk laag is, is het gunstiger voor energiebedrijven om stroom op te wekken met aardgas dan met steenkool. Dat stoot minder CO2 uit, dus de energiebedrijven hebben dan minder vraag naar emissierechten. In 2024 was de gasprijs relatief laag en stabiel, in verhouding met de extreme uitschieters in 2022 en 2023. Ook dat heeft bijgedragen aan een lagere prijs voor emissierechten.
Verschuivingen in aanbod
Enerzijds zijn er in 2024 ca. 1 miljoen rechten minder voor Nederland geveild dan in 2023. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste neemt het aantal geveilde rechten elk jaar af door het dalen van het plafond op CO2¬-uitstoot, de zogeheten ‘cap’. Ten tweede stuurt de Europese Commissie (EC) dat aantal verder bij met de marktstabiliteitsreserve (MSR). Als er teveel rechten in omloop zijn, worden er minder extra rechten op de markt gebracht met de veiling. De niet geveilde rechten worden opzij gezet in de MSR om later te veilen, als er een tekort is.
Tegelijkertijd is het totaal aantal geveilde rechten - voor alle lidstaten en fondsen - wel hoger geweest dan vorig jaar, waardoor de prijs per recht afnam. Om geld op te halen voor het REPowerEU-pakket heeft de EC besloten om nu extra rechten te veilen, die anders in 2027-2030 geveild zouden worden. Het hogere aantal geveilde rechten zorgt nu voor een hoger aanbod in de markt, wat leidt tot een lagere prijs van emissierechten.
De opbrengsten van de extra geveilde rechten gaan niet rechtstreeks naar de lidstaten, maar naar een aantal Europese fondsen. Dat zijn onder andere het Innovation Fund, dat de ontwikkeling van duurzame industrie en een groene Europese economie ondersteunt, en het Modernisation Fund, dat 13 EU landen met lagere inkomens helpt bij het vernieuwen en verbeteren van hun energienetwerken.
Opbrengsten naar groene projecten
De opbrengsten van het veilen van emissierechten worden verdeeld over de EU-fondsen en de EER-lidstaten. Elke lidstaat is verplicht om de opbrengsten te gebruiken voor de energietransitie of klimaatdoelen. Dat kan door dat geld te oormerken voor bepaalde projecten of door aan te tonen dat de staat minstens zo veel geld besteedt aan projecten die voldoen aan de Europese eisen. Nederland kiest voor de tweede optie en rapporteert bijvoorbeeld de uitgaven aan de SDE++-subsidie.