Handhavingsinstrumenten

Als zelfstandig toezichthouder toetst de NEa of bedrijven de wet- en regelgeving hernieuwbare Energie voor Vervoer naleven. Als handhaver van wet- en regelgeving heeft de NEa bij een vastgestelde overtreding verschillende handhavingsinstrumenten tot haar beschikking.

Bij de inzet van haar handhavingsmiddelen, houdt de NEa rekening met de complexiteit van de wet- en regelgeving. De NEa besteedt daarom veel tijd aan uitleg van het systeem door middel van voorlichtingsbijeenkomsten, trainingen, informatiemateriaal (nieuwbrieven) en de ondersteuning via de Helpdesk NEa.

De NEa voorkomt liever overtredingen met gerichte nalevinghulp, dan dat zij achteraf moet herstellen en/ of bestraffen.

Herstellende en bestraffende maatregelen

Preventief en herstellend optreden

Naast het opleggen van een bestuurlijke boete (bestraffend optreden), kan de NEa preventief en herstellend optreden:

  • Door preventief op te treden wil de NEa overtredingen voorkomen door zowel algemene, doelgroepsbrede als bedrijfsspecifieke informatie te verstrekken.

  • De NEa kan herstellend optreden door de ingeboekte hernieuwbare energie, of de ingevoerde brandstofleveringen (levering tot eindverbruik), ambtshalve vast te stellen.

Procedure

  • Een handhavingsbesluit wordt altijd voorafgegaan door een ontwerpbesluit;
  • Hierover kan de overtreder zijn zienswijze naar voren brengen;
  • Na het verstrijken van de zienswijzetermijn neemt de NEa haar besluit;
  • De overtreder kan tegen dit besluit bezwaar maken bij de NEa en, tegen de beslissing op bezwaar, eventueel in beroep gaan bij de bestuursrechter.

Hoogte van boetes en dwangsommen

De hoogte van een bestuurlijke boete hangt af van:

  • De ernst van de overtreding;
  • De omvang van de door de overtreding bestreken energie-inhoud van de inboeking of jaarverplichting;
  • De verwijtbaarheid;
  • Het eventuele economisch voordeel.

De hoogte van een dwangsom hangt deels af van de ernst van de overtreding. Voor het overige bepaalt de concrete situatie hoe sterk de prikkel tot naleving moet zijn.

De wet schrijft voor dat de bestuurlijke boete ten hoogste € 450.000,- per overtreding bedraagt, of, indien de omzet van de betrokken onderneming in het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete is gegeven meer dan € 4.500.000,- bedraagt, ten hoogste 10% van die omzet. Binnen deze kaders bepaalt het bestuur van de NEa de hoogte van de bestuurlijke boete. In de boetesystematiek is uitgewerkt hoe de hoogte van de bestuurlijke boete wordt vastgesteld.