Verplicht format
Bedrijven zijn verplicht om het emissieverslag in het EHP op te stellen.
- Het EHP heeft in het emissieverslag informatie uit het actuele monitoringsplan opgenomen.
- Bedrijven moeten deze informatie controleren en, indien nodig, aanpassen.
- Bedrijven moeten daarnaast informatie die niet bij het EHP bekend is, in het emissieverslag invullen, zoals de waarden van de activitieitsgegevens en van de berekeningsfactoren.
- Het EHP zorgt voor een volledige invoer van alle verplichte velden. Pas wanneer alle verplichte velden zijn ingevuld, kan het emissieverslag ter verificatie naar de verificateur opgestuurd worden.
Naast correct gerapporteerde CO2-emissies is ook de kwaliteit van de overige gerapporteerde informatie van belang. De rapportage moet volledig en juist zijn, wat in elk geval betekent dat voor alle bronstromen de activiteitsgegevens met de correcte eenheden en de juiste berekeningsfactoren moeten zijn gerapporteerd. Bovendien moet de informatie consistent zijn met het monitoringplan (MP) en de gerapporteerde gegevens van voorgaande jaren. Mocht het emissieverslag niet consistent zijn met het Monitoringsplan dan moet er een wijziging van het MP worden gemeld in het EHP.
Wijzigingen vanwege herziene monitoringsverordening per 1-1-2024
Tijdens de jaarafsluiting over 2024 gaan wij nieuwe informatie aan u uitvragen op een nieuw tabblad in het emissieverslag, tabblad C.bis. Op het tabblad C.bis vragen wij u informatie in te vullen over uw brandstofleveranciers en hoeveel brandstof u van hen hebt verkregen en verbruikt. U dient hiervoor over al uw brandstofleveranciers de volgende vragen te beantwoorden:
- Heeft mijn brandstofleverancier een Nederlands vergunningsnummer onder het ETS2? Bekijk de lijst met vergunninghouders onder het ETS-2
- Wat is het fuel stream kenmerk van de brandstof die ik krijg van mijn brandstofleverancier onder het ETS2? (Deze informatie krijgt u indien mogelijk van ons of dient u op te vragen bij uw brandstofleverancier(s))
- Hoeveel brandstof heb ik van mijn brandstofleverancier(s) verkregen en gebruikt? (Deze informatie kunt u op uw facturen vinden)
En, in sommige gevallen dient u ook de volgende vragen over uw brandstofleverancier(s) te beantwoorden:
- Heeft mijn brandstofleverancier een buitenlands vergunningsnummer onder het ETS2? (Deze informatie dient u zelf op te vragen bij uw brandstofleverancier(s))
- Wat is de naam en het adres van mijn brandstofleverancier met een buitenlands vergunningsnummer onder het ETS2? (Deze informatie kunt u op uw facturen vinden)
- Wat is de naam en het adres van mijn brandstofleverancier zonder een vergunningsnummer onder het ETS2? (Deze informatie kunt u op uw facturen vinden)
- Wie zijn de tussenhandelaren van mijn brandstofleverancier zonder een vergunningsnummer onder het ETS? (Deze informatie dient u zelf op te vragen bij uw brandstofleverancier(s))
De reden dat dit tabblad is toegevoegd is om dubbele belasting van emissies te voorkomen. De Europese Comissie heeft besloten dat er naast het huidige ETS1 (waar de stationaire installaties aan meedoen) ook een ETS2 komt; een tweede emissiehandelsysteem voor de gebouwde omgeving, wegvervoer en overige sectoren. Brandstofleveranciers die onder het ETS2 vallen moeten vanaf heden rapporteren welke en hoeveel brandstoffen zij leveren aan welke bedrijven. Vanaf 2027 dienen zij ook emissierechten voor hun emissies in te leveren bij de NEa.
Wanneer ETS2 brandstofleveranciers brandstof leveren aan een ETS1 installatie, zijn de emissies die horen bij deze brandstof al belast. ETS1 installaties leveren immers emissierechten over hun uitstoot in. Daarom moeten ETS2 brandstofleveranciers rapporteren welke en hoeveel brandstof zij leveren aan ETS1 installaties. Deze emissies worden vervolgens niet meegeteld in het ETS2. Om de cijfers die de ETS2 brandstofleveranciers rapporteren te kunnen controleren, vragen wij ook aan ETS1 installaties welke en hoeveel brandstof zij van ETS2 brandstofleveranciers hebben verkregen en gebruikt.
Emissieverslag invullen met Gasport
Gasport levert sinds eind 2019 geen gegevens meer over aardgasverbruik in Nm3. In het emissieverslag moet u wel het aantal gemeten Nm3 opgeven. Het aantal gemeten Nm3 kunt u bepalen door het aantal joule te delen door de calorische waarde. Voor deze berekeningen kunt u de emissiefactor en calorische waarde gebruiken die u heeft opgegeven in uw monitoringsplan.
Twee rekenvoorbeelden:
Van MJ naar Nm3:
Gebaseerd op de energetische waarde van het verbruikte aardgas kunt u het aantal normaalkuub Groninger kwaliteit (Nm3) aardgas berekenen. Omdat de gasleverancier in het algemeen de hoeveelheid geleverde energie baseert op de bovenste calorische waarde van aardgas, moet ook deze waarde worden gebruikt bij het bepalen van de geleverde hoeveelheid in Nm3. De calorische bovenwaarde van Groninger kwaliteit aardgas is 35,10 MJ/Nm3. De juiste rekensom is dan:
2000 MJ / 35,10 MJ/Nm3 = 57,98 Nm3
Let op: In het ETS wordt de calorische bovenwaarde verder niet gebruikt. De berekening van de hoeveelheid geëmitteerde CO2 vindt plaats met behulp van de calorische onderwaarde (31,65 MJ/Nm3).
Van MJ naar CO2-uitstoot:
Volgens Gasport heeft u dit jaar 2000 MJ verbruikt. Om de bijbehorende CO2-uitstoot te berekenen gebruikt u de jaarlijks vastgestelde emissiefactor, die is voor dit rekenvoorbeeld vastgesteld op 56,6 kg/GJ (let op de eenheden). De juiste rekensom is dan:
2000 MJ / 35,10 MJ/Nm3 = 57,98 Nm3
57,98 * 31,65 MJ/Nm3 * 56,6 kg/GJ / 1000 (MJ/GJ) = 102,0 kg CO2
113,2 kg CO2 / 1000 = 0,102 ton CO2