Implementatie energiebesparingsmaatregelen

In de ETS-richtlijn is vastgelegd dat voor alle ETS-installaties de toewijzing van gratis emissierechten vanaf 2026 deels afhankelijk wordt gesteld van het implementeren van energiebesparings-maatregelen. Concreet moet u bij de aanvraag van gratis rechten voor 2026-2030 aantonen dat alle maatregelen die voor uw installatie zijn aanbevolen in de energiebesparingaudit(s) uit de periode 2019-2022 zijn geïmplementeerd, tenzij een uitzonderingsgrond van toepassing is. Het gaat hierbij om rapportages conform de auditplicht op grond van de energie-efficiëntie richtlijn (EED), of indien van toepassing de ISO-rapportage of de rapportage bij een keurmerk. Indien u dit bij het indienen van de aanvraag voor gratis rechten niet kunt aantonen, dan moet de NEa uw voorlopige toewijzing voor de periode 2026-2030 met 20% korten.

Let op: In onze mail van 19 november maakten wij melding van de periode 2019-2023, dit is in het laatste concept van de FAR gewijzigd. Maatregelen die zijn aanbevolen in een auditrapport dat is opgesteld in 2023 vallen dus niet (meer) onder deze verplichting.

Uitzonderingsgronden

De uitzonderingsgronden zijn uitgewerkt in de FAR-verordening, en zijn als volgt:

  • De terugverdientijd van de maatregel is langer dan 3 jaar;
  • De kosten van de maatregel zijn onredelijk, i.r.t. winst of omzet;
  • De maatregel leidt niet tot energiebesparing binnen de industriële processen in de installatie;
  • De exploitant heeft een vervangende maatregel geïmplementeerd, die evenveel CO2-reductie oplevert.

Een eventuele korting op de toewijzing als gevolg van het niet voldoen aan deze ‘energiebesparings-conditionaliteit’ geldt in beginsel voor de gehele handelsperiode. Echter, indien u in de nieuwe handelsperiode bij het indienen van het activiteitsverslag alsnog kunt aantonen dat de maatregelen op 31 december van het voorgaande jaar waren geïmplementeerd, dan wordt de korting met ingang van het jaar waarin het activiteitsverslag is ingediend door de NEa geschrapt. Dat betekent dus dat als u bij het indienen van het activiteitsverslag over 2024/2025 (uiterlijk 31 maart 2026) ten behoeve van de NEa alsnog kunt aantonen dat alle maatregelen per 31 december 2025 zijn geïmplementeerd, de korting voor de gehele periode 2026-2030 wordt geschrapt.

De Europese Commissie heeft aangegeven uiterlijk in februari 2024 een guidance document beschikbaar te stellen over de energiebesparingsconditionaliteit.

Indienen documentatie over energiebesparingsconditionaliteit bij de aanvraag initiële toewijzing

In het bij de aanvraag voor initiële toewijzing bij de NEa aan te leveren datarapport moet u een conclusie opnemen over de energiebesparingsconditionaliteit voor uw installatie. Het template voor het datarapport zal hierop worden aangepast. Dit aangepaste template zal naar verwachting in januari 2024 door de Europese Commissie beschikbaar worden gesteld.

Uw conclusies over de energiebesparingsconditionaliteit moeten zijn geverifieerd door een ETS-verificateur. Het gaat daarbij om een bevestigingscheck, en niet zozeer een inhoudelijke beoordeling van de effectiviteit van de geïmplementeerde maatregelen. De verificateur neemt zijn bevindingen over de energiebesparingsconditionaliteit op in het verificatierapport, waarvoor eveneens een nieuw template beschikbaar zal komen.

Beoordelen implementatie energiebesparingsmaatregelen en uitzonderingsgronden

RVO zal de NEa ondersteunen bij de beoordeling van de implementatie van de energiebesparings-maatregelen, en de beoordeling van de toepassing van de uitzonderingsgronden. RVO zal daartoe in januari 2024 een e-loket openen. In dit loket kunt u tot uiterlijk 30 april 2024 alle informatie en documentatie uploaden ter onderbouwing van uw conclusies over de energiebesparings-conditionaliteit. RVO zal deze informatie vervolgens beoordelen, en hierover advies uitbrengen aan de NEa.

Het voorgaande betekent dat u dus uw documenten over de energiebesparingsmaatregelen en de toepassing van de uitzonderingsgronden moet indienen zowel bij het e-loket van RVO als in het EHP ten behoeve van de verificateur.

Het gaat om de volgende documenten:

  • De EED-auditrapportage(s) (of indien van toepassing de ISO-rapportage of de rapportage bij het keurmerk), waarin de aanbevelingen voor energiebesparingsmaatregelen zijn beschreven;
  • Een Implementatieverslag en een maatregelentabel, waarin wordt beschreven welke maatregelen zijn geïmplementeerd, en voor welke een beroep wordt gedaan op de uitzonderingsgronden in de FAR;
  • Overige bijlagen die onderbouwen dat maatregelen daadwerkelijk zijn geïmplementeerd.