Resultaten hernieuwbare Energie voor Vervoer in Nederland 2023

Ook in 2023 voldeden Nederlandse bedrijven aan de jaarverplichting om in totaal 18,9% hernieuwbare energie te leveren aan de Nederlandse vervoersector. Nagenoeg alle brandstofleveranciers behaalden hun individuele jaarverplichting. In 2023 was het aandeel hernieuwbare energie 17,5% van het totaal aan geleverde benzine en diesel aan vervoer in Nederland. Met daarbij de inzet van gespaarde hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s) uit 2022 werd alsnog voldaan aan de jaarverplichting 2023. Zo is de jaarafsluiting hernieuwbare energie voor vervoer ook in 2023 positief afgerond.

CO2 emissiereductie

De jaarverplichting zorgt ervoor dat brandstofleveranciers hun brandstofleveringen aan vervoer in Nederland  jaarlijks uit een steeds groter aandeel hernieuwbare brandstof laten bestaan. En daarmee dat het aandeel fossiele brandstof in hun leveringen jaarlijks minder wordt.

Beeld: ©iStock / AlbertPego

Dit draagt bij aan het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen door vervoer in Nederland.

Zo werd als gevolg van het aandeel hernieuwbare energie aan vervoer in 2023 een gemiddelde CO2 emissiereductie van 6,6% bereikt. De doelstelling was eerder vastgesteld op het behalen van 6%.

Inzet afvalstromen en residuen

Nederland is in Europa een van de koplopers als het gaat om de inzet van biobrandstoffen uit afvalstromen en residuen voor, zo’n 85% in 2023. Positief hieraan is dat hierdoor de inzet van voedsel- en voedergewassen voor de productie van biobrandstoffen laag is. Palmolie en/ of soja werden niet ingezet voor biobrandstoffen die eindigden op de Nederlandse markt.

Zeevaart

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) nam maatregelen om een betere balans te realiseren tussen zeevaart en wegvervoer, in het aandeel leveringen van biobrandstof. De meeste leveringen biobrandstoffen aan zeevaart uit 2022 werden uit putvet en flotatieslib geproduceerd. Deze gelden in 2023 niet meer als grondstoffen van geavanceerde biobrandstoffen.

Het aandeel van zeevaart is nog steeds meer dan een kwart van het geheel (28%). Naar verwachting zal dit aandeel in 2024 verder dalen, door halvering van de vermenigvuldigingsfactor op leveringen aan zeevaart van 0,8 naar 0,4.

Grondstoffen en herkomst

Een ander effect van het wegvallen van putvet en flotatieslib als ‘geavanceerd’ is een flinke toename van de grondstoffen afvalwater van palmoliemolens (POME) en voedselafval. Deze grondstoffen zijn als alternatief op putvet en flotatieslib ingezet voor de productie van geavanceerde biobrandstof. De inzet van POME bedroeg 19,9% in 2023 en de inzet van voedselafval 16,6%.

Gebruikt frituurvet blijft net als voorgaande jaren ook in 2023 de meest gebruikte grondstof. Als gevolg hiervan is het internationale speelveld van landen waar de meest gebruikte grondstoffen voor biobrandstoffen vandaan komen ook anders verdeeld dan eerder. In 2023 was de top 3:

  1. China 19%
  2. Indonesië 17%
  3. Maleisië 8%

Luchtvaart

Er is een flinke toename in de productie van biokerosine. Het aandeel van biobrandstoffen in de luchtvaart steeg in 2023 met 5% ten opzichte van het voorgaande jaar. Van het totaal aan geleverde hernieuwbare energie in 2023 in Nederland was 8% biokerosine.

Elektriciteit en waterstof

Een doorzettende trend in 2023 is het stijgende aandeel hernieuwbare elektriciteit. Steeds meer bedrijven vinden hun weg naar de HBE-systematiek, bleek uit de toename van het aantal registraties van leveringen hernieuwbare elektriciteit aan vervoer. Een stijging van 60% en daarmee een aandeel van 4,5% van het totaal aan hernieuwbare energie aan vervoer. Een trend die naar verwachting verder zal doorzetten, vanwege verdere stijging van elektrische voertuigen en bekendheid van de HBE-systematiek. 

Ook opvallend is de eerste registratie van een (kleine) hoeveelheid waterstof.  

Ontwikkelingen

De NEa bereidt zich samen met het Ministerie van IenW voor op de implementatie van de herziene Richtlijn hernieuwbare energie (RED III). Een belangrijke wijziging in de nieuwe herziene Richtlijn ten opzichte van de huidige systematiek, is dat de CO2-emissiereductie in de keten wordt beloond en niet meer de inzet van het volume aan geleverde hernieuwbare energie. Ook worden per vervoersector eigen verduurzamingsambities vastgesteld. Planning voor de implementatie van de RED III is per 1 januari 2026.

Ook is de NEa uitvoerder van de Europese brandstofverordeningen ReFuel Aviation (luchtvaart) en FuelEU Maritime (zeevaart).

  • ReFuel Aviation verplicht luchtvaartbrandstofleveranciers om een steeds groter aandeel hernieuwbare energie aan de luchtvaart te leveren en luchtvaartexploitanten moeten binnen Europa steeds meer hernieuwbare brandstof tanken.
  • FuelEU Maritime stimuleert de vraag vanuit de zeevaartsector naar brandstoffen met een lagere CO2-uitstoot.