Welke regels gelden voor het aantonen van levering van 100% hernieuwbare elektriciteit aan vervoer?

Alleen elektriciteit die aan vervoer is geleverd, wordt beloond met HBE’s. Hernieuwbare elektriciteit die is terug geleverd aan het net of aan andere installaties op de aansluiting, komt niet in aanmerking voor HBE’s.

De inboeker moet door middel van meetgegevens aantonen hoeveel elektriciteit er is opgewekt en dat de opgewekte elektriciteit daadwerkelijk naar vervoer is gegaan. Voor de meters die de opwek van hernieuwbare elektriciteit meten, zijn momenteel geen aparte vereisten opgenomen in de regelgeving.

  • Indien de opwekinstallatie ook is aangesloten op andere installaties of aan het net teruglevert, dient de inboeker per tijdsinterval van één uur (of nauwkeuriger) gelijktijdigheid van opwek/ levering aan vervoer aan te tonen.
  • Indien er gebruik gemaakt wordt van tussentijdse batterijopslag die niet is aangesloten op het net of aan andere installaties levert, kan de inboeker aantonen dat hernieuwbare elektriciteit de batterij in ging en vervolgens op een later moment aan vervoer is geleverd.
  • Indien er gebruik gemaakt wordt van een batterij die ook op het net en/of ander verbruik is aangesloten, kan de levering als 100% hernieuwbaar worden ingeboekt als op uurbasis wordt bijgehouden welk deel van de inhoud van de batterij bestaat uit opgewekte hernieuwbare elektriciteit en ook aan vervoer is geleverd. Zie onderstaand voorbeeld.

Voorbeeld

Schema hernieuwbare elektriciteit
Beeld: NEa

Inboeken voor deze situatie kan als volgt:

  • De zonne-elektriciteit (100% hernieuwbaar) die direct geleverd wordt aan vervoer, mag voor 100% hernieuwbaar worden ingeboekt, waarbij gelijktijdigheid op uurbasis (of nauwkeuriger) moet kunnen worden aangetoond..
  • De netstroom geleverd aan vervoer mag worden ingeboekt voor het netgemiddelde.
  • Om de levering van de batterij naar vervoer (D) gedeeltelijk als 100% hernieuwbaar te kunnen inboeken, zullen per uur ook alle overige stromen die de batterij in en uitgaan (A, B en C) gemeten moeten worden. Dit om te bepalen welk aandeel in de batterij hernieuwbaar is. (Indien dat niet mogelijk is kan D als netstroom ingeboekt worden.)
    Per uur moet bijgehouden worden wat de energiemix (groen/grijs) in de batterij is. Binnen dat uur mag het groene gedeelte in de batterij worden gealloceerd aan stroom D. De hoeveelheid in een uur ingeboekte 100% hernieuwbare elektriciteit kan nooit meer zijn dan wat er in dat uur daadwerkelijk aan vervoer is geleverd.