Bedrijven leveren ook in 2023 voldoende hernieuwbare energie aan vervoer
Ook in 2023 voldeden bedrijven in Nederland aan het leveren van het verplichte aandeel hernieuwbare energie aan vervoer. Jaarlijks moeten bedrijven een groeiend aandeel leveren. Dit dringt de inzet van fossiele brandstoffen terug, met het doel de verdere verduurzaming en minder CO2-uitstoot door de sector.
Jaarverplichting 2023
Het verplichte aandeel in 2023, de zogenaamde jaarverplichting, bedroeg 18,9 % van het totaal aan brandstofleveringen in Nederland. Dit staat voor 81,5 miljoen gigajoule aan hernieuwbare energie. Dit betekent dat er ruim 7 miljoen meer aan hernieuwbare energie moest worden geleverd dan in 2022. Brandstofleveranciers voldoen hier aan door 81,5 miljoen hernieuwbare brandstofeenheden (HBE’s) in te leveren.
HBE’s ontstaan in een door de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) beheerd register, op het moment dat leveranciers van hernieuwbare energie hun prestaties daarin registreren. De NEa controleert de juistheid van deze registraties (inboekingen).De doelstelling is om in 2030 een aandeel van 28% hernieuwbare energie te bereiken. In 2023 lag Nederland hiervoor dus nog steeds op koers.
Emissiereductie
Belangrijk voor de verduurzaming van vervoer in Nederland is het verlagen van de CO2-uitstoot van brandstoffen in de gehele keten: van de oorsprong van de grondstof tot aan gebruik in de motor.
In 2023 was de behaalde CO2-reductie hoger dan de gestelde norm. De inzet van biobrandstoffen leverde hieraan de belangrijkste bijdrage.
Trends in de markt
Er is binnen de regels van de wettelijke systematiek en in lijn met de stijgende doelstelling, meer hernieuwbare energie ingezet dan in eerdere jaren. Toch is er fysiek voor het eerst sinds het bestaan van de verplichting feitelijk minder geleverd.
Dit komt doordat de brandstofleveranciers meer gebruik zullen maken van de mogelijkheid die ze hebben om gespaarde HBE’s uit eerdere jaren in te zetten voor hun verplichting. In eerdere jaren zijn er dus overprestaties geleverd, die nu ingezet worden voor de naleving. De reden hiervoor kan zijn dat er een nieuwe wettelijke systematiek aankomt voor de implementatie van de herziene richtlijn hernieuwbare energie. Deze systematiek treedt in 2026 in werking.
Ook opvallend is de toename van het aantal HBE’s uit hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare luchtvaartbrandstoffen, ofwel SAF (sustainable aviation fuel). Steeds meer bedrijven vinden hun weg naar HBE-markt.
Trends in grondstoffen
De inzet van voedselafval is gestegen, maar vooral opvallend in 2023 is de stijging van de inzet van POME (Palm Oil Mill Effluent). POME komt uit afvalwater dat ontstaat bij de productie van palmolie. Indonesië en Maleisiëzijn grote producenten van palmolie. Het grootste aandeel grondstoffen voor biobrandstoffen komt nog steeds uit China, maar deze twee landen zijn sterke stijgers in 2023.
Vorig jaar was de verwachting al dat het gebruik van brown grease (putvetten) flink zou afnemen. In 2022 was dit nog een grondstof die veel werd ingezet voor biobrandstoffen aan de zeevaart. In 2023 is er geen brown gease meer geregistreerd. De oorzaak hiervan is dat het gebruik van biobrandstof uit deze grondstof volgens de nationale regelgeving niet meer als geavanceerd wordt beschouwd met ingang van 2023. In zeevaart wordt alleen de inzet van geavanceerde biobrandstoffen beloond met HBE’s.