Wegingskader handhaving rapportageverplichting CBAM
De NEa is bevoegd om te handhaven als zij een tekortkoming vaststelt. In het Wegingskader handhaving rapportageverplichting CBAM legt de NEa uit hoe zij met haar handhavingsbevoegdheid omgaat.
Als uit onderzoek van de NEa volgt dat een CBAM-aangever ten onrechte geen CBAM-rapport of een onvolledig of onjuist rapport heeft ingediend, kan de NEa een correctieprocedure starten. De CBAM-aangever krijgt dan een termijn om alsnog een CBAM-rapport in te dienen of een correctie daarop aan te brengen. De NEa kan er echter ook voor kiezen om het te houden bij een waarschuwing, of om de CBAM-aangever te informeren. In paragraaf 2 van het Wegingskader legt de NEa uit hoe zij in een concreet geval de keuze voor een maatregel maakt.
De NEa legt een boete aan een CBAM-aangever op als deze betrokken is in een correctieprocedure én deze zich niet voldoende inspant om een CBAM-rapport in te dienen of te corrigeren. De NEa legt in paragraaf 3 van het Wegingskader uit hoeveel inspanningen zij in deze fase van de overgangsperiode van de CBAM-aangever verwacht.
Het Wegingskader heeft vooralsnog alleen betrekking op de CBAM-rapporten die over het derde en vierde kwartaal van 2024 zijn of moeten worden ingediend. Voor de periode daarna zal de NEa het Wegingskader evalueren en zo nodig bijstellen.