Wat is emissiehandel?

Marktinstrument voor minder CO2-uitstoot

Emissiehandel is de handel in emissierechten: het recht om broeikasgassen uit te stoten. Met 1 emissierecht mag een bedrijf 1 ton koolstofdioxide (CO2) uitstoten. Het aantal beschikbare rechten is beperkt en gaat ook nog eens elk jaar omlaag. De prijs voor een emissierecht, de CO2-prijs, wordt bepaald door vraag en aanbod. Dat maakt emissiehandel een marktinstrument om klimaatverandering tegen te gaan.  

Bekijk onderstaande video voor een korte uitleg over Emissiehandel. Lees ook de tekst eronder voor uitgebreide informatie en resultaten.

(Het logo van de NEa, de Nederlandse Emissieautoriteit, the Dutch Emissions Authority. Een man:)

Emissiehandel.
Wat is het? En hoe helpt het ons bij het halen van de klimaatdoelen?

(Beeldtekst: Wat is emissiehandel?)

Emissiehandel is de handel in rechten om broeikasgassen uit te stoten.
Met één emissierecht mag een bedrijf één ton CO2 uitstoten.
Elk jaar worden er minder emissierechten uitgegeven.
Tegelijkertijd is de prijs de afgelopen jaren fors gestegen.
Bedrijven kunnen kiezen:
betalen voor rechten of dat geld investeren in verduurzaming.
Emissierechten die bedrijven overhouden, mogen worden doorverkocht.
Zo wordt verduurzamen steeds aantrekkelijker.
Sommige bedrijven krijgen een deel van hun rechten gratis.
Daarmee voorkomen we dat ze hun productie, en dus uitstoot, verplaatsen
naar bijvoorbeeld China of India, waar ze niet hoeven te betalen.
Nederland is onderdeel van het Europese emissiehandelssysteem,
dat bijna de helft van alle CO2-uitstoot in de EU reguleert.
De NEa voert het EU-ETS uit in ons land en houdt toezicht.
Zo brengen we het doel van een netto-nul-CO2-uitstoot in 2050
elk jaar een stap dichterbij.

(Het logo van de NEa, de Nederlandse Emissieautoriteit, the Dutch Emissions Authority.)

LEVENDIGE MUZIEK DIE WEGEBT

Emissiehandel geeft bedrijven een keuze: betalen voor rechten om CO2 uit te stoten, of dat geld investeren in schonere productiemethoden zodat de CO2-uitstoot – blijvend – omlaag gaat. Elk jaar komen er minder emissierechten beschikbaar. Bedrijven kunnen dus samen steeds minder CO2 uitstoten, waardoor investeren in duurzaamheid steeds aantrekkelijker wordt. Dat maakt emissiehandel een belangrijke methode om de internationale klimaatdoelstellingen en -afspraken te behalen.

Bedrijven kunnen kiezen: betalen voor hun CO2-uitstoot of investeren om die CO2-uitstoot – blijvend – te verminderen

Infographic: CO2-uitstoot in 2005 was 2.375 Mton. In 2020 was de doelstelling voor CO2-reductie 21% tegenover 2005, en is een reductie van 44% gerealiseerd. De doelstelling voor 2030 is momenteel 62% reductie tegenover 2005.
Beeld: ©NEa

EU ETS

Het European Union Emissions Trading System (EU ETS) is van start gegaan in 2005. Samen met Nederland nemen 29 landen hieraan deel. En met ongeveer 10.000 Europese bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor 45% van de CO2-uitstoot in de EU, is het EU ETS het grootste emissiehandelssysteem ter wereld.

Het EU ETS begon met zware industrie en energiebedrijven, die relatief veel CO2 uitstoten. Met de jaren is het EU ETS verder uitgebreid. In 2012 werd de luchtvaart onderdeel van ETS. Zeevaart volgde in 2024. Ook de gebouwde omgeving, transport en overige sectoren komen vanaf 2028 onder een ETS te vallen. Dit systeem gaat qua werking lijken op het al bestaande ETS, maar staat er verder los van.

Hoewel het principe gelijk is, kent elke sector onder het EU-ETS zo zijn bijzonderheden.

ETS-stationair
Om te voorkomen dat bedrijven die onder ETS-stationair vallen hun productie verplaatsen naar buiten de EU, of worden weggeconcurreerd door niet-EU-bedrijven, krijgen die bedrijven die actief zijn op de internationale markt een deel van hun emissierechten gratis. Dit wordt echter wel afgebouwd: in de 4e fase van het EU ETS wordt al iets meer dan de helft van alle beschikbare emissierechten geveild, en dat wordt in de toekomst alleen maar meer.

Luchtvaart
Luchtvaartmaatschappijen die opereren binnen de Europese Economische Ruimte (EER), zijn verplicht om emissierechten aan te schaffen voor de CO2-uitstoot die ze genereren. Ook zijn ze verplicht om een goedgekeurd monitoringplan te hebben voor het monitoren en rapporteren van jaarlijkse emissies. Elk jaar moeten vliegtuigexploitanten een emissierapport indienen en het equivalente aantal emissierechten inleveren. De Europese Commissie verdeelt vliegtuigexploitanten over verschillende lidstaten voor toezicht en handhaving binnen het EU ETS. Vanaf 1 januari 2025 moeten luchtvaartmaatschappijen ook de niet-CO2-effecten (waterdamp, roet, stikstofoxides en zwaveloxides) in de luchtvaart monitoren en rapporteren. Tot 2028 hoeven er nog geen emissierechten over deze uitstoot te worden ingeleverd.

Daarnaast hebben vliegtuigmaatschappijen ook te maken met een internationaal systeem om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen: CORSIA. Vanaf 2024 is het doel van CORSIA om de CO2-uitstoot van de gehele luchtvaartsector op 85% van het niveau van 2019 te houden. Dit wordt bereikt door luchtvaartmaatschappijen te verplichten om de toename van emissies ten opzichte van de eerder genoemde referentiewaarde te compenseren. De Europese regels zijn strenger: het EU ETS kent een duidelijk tijdpad naar (veel) lagere emissies en de gratis rechten die nu nog worden verdeeld onder de luchtvaartmaatschappijen worden afgebouwd en stoppen geheel in 2026. 

Zeevaart
De zeevaart-sector doet vanaf 1 januari 2024 mee aan het EU ETS, al was er wel al een monitoringsplicht vanaf 2018. Alleen schepen met een tonnage van 5.000 ton of meer vallen hieronder. Omdat er (nog) geen internationaal systeem is, heeft de EU besloten om de uitstoot van schepen op routes tussen de EU en bestemmingen buiten de EU voor de helft mee te tellen. De uitstoot binnen de EU valt geheel binnen de reikwijdte van het EU ETS. Schepen die onder het EU-ETS vallen, krijgen geen gratis emissierechten.

Deelname is verplicht
In Nederland doen ongeveer 350 bedrijven mee aan het EU ETS. Deze deelname is verplicht: het gaat om de bedrijven die samen verantwoordelijk zijn voor ongeveer de helft van de uitstoot in Nederland. Om te voorkomen dat bedrijven door deze verplichting hun productie verplaatsen naar buiten de EU en daar veel CO2 uitstoten, krijgen ze in bepaalde gevallen een deel van hun emissierechten gratis.

Infographic: 20% van de bedrijven is verantwoordelijk voor 90% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot onder het EU ETS.
Beeld: ©NEa
Zo’n 37% van de Nederlandse ETS-uitstoot is afkomstig van elektriciteitsproductie. 25% komt van de chemische industrie, 17% van aardolieproductie, 8% van metaalproductie, 4% van de luchtvaart en de overige 8% van onder meer aardgas- en -oliewinning, teelt van gewassen en de voedings- en papierindustrie.

Zo werkt het EU ETS

Elk jaar stelt de Europese Commissie vast hoeveel CO2 de ETS-bedrijven mogen uitstoten. Deze hoeveelheid wordt elk jaar lager, zodat uiteindelijk de doelstelling voor 2050 wordt bereikt. Het aantal ton CO2 dat uitgestoten mag worden, is meteen ook het aantal emissierechten dat dat jaar op de markt komt.

Beeld: ©NEa
In 2022 is het maximum aantal emissierechten vastgesteld op 1,53 miljard. Tot 2024 daalde het aantal emissierechten jaarlijks met 2,2%. In de periode 2024-2027 is deze afname 4,3%, waarna vanaf 2028 het aantal emissierechten met 4,4% per jaar afneemt.

Voor elke ton CO2 die ze uitstoten, moeten bedrijven een emissierecht inleveren. Er zijn verschillende manieren om aan die rechten te komen. Ze kunnen emissierechten kopen op veilingen en handelsplatformen of van andere bedrijven. Onder bepaalde omstandigheden krijgen ze gratis rechten van de overheid.

Infographic: Wanneer een bedrijf niet genoeg rechten heeft, moet het bijkopen. Bij minder CO-uitstoot kan een bedrijf overtollige rechten verkopen. Doordat er vraag en aanbod is in emissierechten krijgt CO2-uitstoot een prijs. Bedrijven maken een afweging wat het goedkoopst is: rechten inzetten of uistootreducerende maatregelen nemen. Doordat elk bedrijf die afweging maakt, worden de goedkoopste CO2-reductiemaatregelen als eerste genomen.
Beeld: ©NEa
Waarom krijgen bedrijven gratis rechten?

Het lijkt tegenstrijdig: we willen dat bedrijven minder CO2 uitstoten en tegelijkertijd krijgen ze gratis emissierechten. De belangrijkste reden daarvoor is voorkomen dat bedrijven hun productie verplaatsen naar een land buiten de EU, waar ze geen emissierechten hoeven te betalen. Dat is niet goed voor de CO2-uitstoot en niet goed voor de Europese economie. Hoeveel gratis rechten bedrijven krijgen hangt af van het risico dat ze hun productie verplaatsen en hoe duurzaam ze produceren. 

CBAM
Dit gaat wel veranderen. In het Fit for 55-programma van de Europese Commissie (zie onder) is bepaald dat de uitgifte van gratis rechten versneld wordt afgebouwd. Om ervoor te zorgen dat de Europese industrie niet wordt benadeeld door industrie buiten de EU, ging op 1 oktober 2023 het Carbon Border Adjustment Mechanisme (CBAM) van start. Onder CBAM vallen zes productgroepen: ijzer en staal, aluminium, kunstmest, elektriciteit, waterstof en cement. Importeurs hiervan zijn verplicht om uit te zoeken wie de producenten zijn van de producten die ze importeren, en uit te vragen hoeveel CO2 er is vrijgekomen bij de productie ervan. Vanaf 2026 moet hierover dan een heffing worden betaald die gelijk is aan de CO2-prijs die binnen de EU moet worden betaald in het ETS.

Sterke stijging CO2-prijs

De CO2-prijs is de laatste jaren behoorlijk gestegen: van zo’n 5 euro per ton CO2 in 2017 naar zo’n 70 euro in het tweede kwartaal van 2024. De hoogste prijs tot nu toe, meer dan 100 euro, werd behaald in februari 2023. De wereldwijde markt voor emissierechten bereikte in 2023 een waarde van 881 miljard euro. Een groot gedeelte van die groei is te danken aan het EU ETS: zo’n 87% van de totale waarde. 

Fit for 55

In 2020 was de totale CO2-uitstoot van alle bedrijven in het systeem afgenomen met zo’n 44% sinds het begin van het EU ETS in 2005. De Europese Commissie heeft het oorspronkelijke doel van 43% minder CO2-uitstoot in 2030 in het Fit for 55-programma verder aangescherpt naar een daling van 61% (ten opzichte van de uitstoot in 2005). Fit for 55 houdt in dat onder Europese wetgeving, de EU zich gecommitteerd heeft aan een reductie van alle broeikasgassen binnen de EU (dus niet alleen die binnen het ETS) van ten minste 55% in 2030. Onderdeel van dit programma is ook een uitbreiding van het EU ETS. Zo valt nu ook de zeevaart onder dit systeem. 

EU ETS-2

Voor de gebouwde omgeving, transport en overige sectoren (voornamelijk kleinere industriële bedrijven die niet onder het bestaande ETS vallen) is een nieuw ETS opgetuigd: ETS-2. Daarbinnen worden beschikbare rechten vanaf 2027 geveild en moeten brandstofleveranciers vanaf dat jaar jaarlijks emissierechten inleveren voor de gerapporteerde hoeveelheid emissies. Vanaf 2028 is het ETS-2 in volle omvang in werking. Het verschil met het eerder bestaande EU ETS is dat onder ETS-2 de brandstofleveranciers (en niet de eindgebruikers) hun emissies moeten monitoren en rapporteren. De partijen die onder ETS-2 vallen, moeten hun uitstoot in 2030 hebben verlaagd tot 42% ten opzichte van de uitstoot in 2005. Het gaat hierbij om ruim 300 bedrijven.

Dit doet de NEa

De Nederlandse Emissieautoriteit voert het EU ETS, EU ETS-2 en CBAM uit in Nederland. Dat begint met het verlenen van vergunningen om te mogen uitstoten (of, in het geval van CBAM, importeren). Daarvoor moeten bedrijven kunnen laten zien dat ze hun uitstoot goed en betrouwbaar meten. Vervolgens houden we daar toezicht op. Ook controleren we of de 350 ETS-bedrijven die gevestigd zijn in Nederland (en sinds kort ook zo’n 2.000 schepen die onder EU ETS vallen), plus de ruim 300 bedrijven die onder ETS-2 vallen, elk jaar genoeg emissierechten inleveren. Daarvoor gaan we op inspectie bij bedrijven, zijn we aanwezig bij metingen en doen we nadere onderzoeken en controles van de verschillende rapportages die de bedrijven verplicht moeten aanleveren. 

Daarnaast beheren we het EU ETS- en EU ETS-2-register: de ‘bank’ met de rekeningen en emissierechten van de ETS-deelnemers. En zijn we voor EU ETS verantwoordelijk voor de verdeling van de gratis emissierechten onder de bedrijven in Nederland. 

Omdat emissiehandel gemoeid gaat met (grote) financiële belangen en omdat een klimaatneutrale economie cruciaal is voor een duurzame toekomst, is de NEa een strenge handhaver. Want het is belangrijk het systeem betrouwbaar blijft. Tegelijkertijd ondersteunen we de bedrijven met voorlichting en hulpmiddelen om de naleving van hun verplichtingen mogelijk te maken.